Site logo

Blow Surprising Sax & Percussion

Stacks Image 14
Harrison Birtwisle, °15.07.1934, Accrington, UK

Sir Harrison Birtwistle volgde klarinet en compositie aan het Royal Manchester College of Music, waar hij in contact kwam met een groep getalenteerde tijdgenoten, waaronder Peter Maxwell Davies, Alexander Goehr, John Ogdon en Elgar Howarth. Vanaf 1965 verkocht hij al z'n klarinetten en wijdde hij zich volledig aan het componeren. Hij reisde naar Princeton als Harkness Fellow en werkte er de opera 'Punch & Judy' af. Deze compositie vestigde samen met 'Verses for ensemble' en 'The Triumph of Time' definitief Birtwistle's naam als één van de vooraanstaande Britse componisten.

De jaren tussen 1973 en 1984 gingen helemaal op aan zijn monumentale lyrische tragedie 'The Mask of Orpheus', in 1986 op de planken gebracht door de English National Opera, en een reeks opmerkelijke composities voor ensemble die nu vertolkt worden door toonaangevende kamermuziekgroepen: 'Secret Theatre', 'Silbury Air' en 'Carmen Arcadiae Mechanicae Perpetuum'. Grootschalige werken in de daaropvolgende jaren zijn onder meer de opera's 'Gawain' en 'The Second Mrs Kong', de concerto's 'Endless Parade' voor Trompet en 'Antiphonies 'voor piano en het orkestwerk 'Earth Dances'.

Birtwistle's recentere oeuvre bevat werken zoals 'Exody', gecreëerd door het Chicago Symphony Orchestra en Daniel Barenboim, 'Panic' dat een grootse premiere kreeg op de laatste avond van de BBC Night of the Proms in 1995 en zo naar schatting een publiek van meer dan 100 miljoen luisteraars bereikte, en 'The Shadow of Night', in opdracht van het Cleveland Orchestra en Christoph Von Dohnanyi. 'The Last Supper' kreeg een eerste enscenering in de Deutsche Staatsoper in Berlijn en op Glydenbourne in 2000. 'Pulse Shadows', een meditatie voor sopraan, strijkkwartet en kamerorkest op poëzie van Paul Celan, is op cd verschenen bij Teldec en won in 2002 de Gramophone Award voor beste hedendaagse opname. 'Theseus Game', een gezamenlijke opdracht van de RUHRtriennale, Ensemble Modern en London Sinfonietta, werd gecreëerd in 2003. Tijdens het daaropvolgende jaar volgden er eerste opvoeringen van 'The Io Passion' in opdracht van de Aldeburg Almeida opera en 'Night's Black Bird' in opdracht van Roche voor het Lucerne Festival. Birtwistle’s opera 'The Minotaur' werd gecreëerd in de Royal Opera House Covent Garden in 2008 en verscheen op DVD bij Opus Arte. Zijn muziektheater 'The Corridor' was het openingsconcert voor het festival van Aldeburgh in 2009 en werd opnieuw geënsceneerd tijdens het Holland festival het jaar erna. 'Angel-fighter' voor stemmen en ensemble werd gecreëerd tijdens het Leipzig BachFest in 2010, en Christian Tetzlaf creëerde het concerto voor viool en orkest met het Boston Symphony Orchestra in 2011.

Birtwistle's muziek trok de aandacht van diverse internationale dirigenten, waaronder Pierre Boulez, Daniel Barenboim, Elgar Howarth, Christoph von Dohnanyi, Oliver Knussen, Simon Rattle, Peter Eötvos, Franz Welser-Möst en Antonio Pappano. Hij kreeg opdrachten van toonaangevende concertorganisaties en zijn muziek was te horen op grote festivals en in belangrijke concertreeksen zoals de BBC Proms, Salzburg Festival, Glyndebourne, Holland festival, Lucerne Festival, Stockholm New Music, Wien Modern, Wittener Tage, The South Bank Centre in Londen, het Konzerthaus in Wenen en Settembre Musica in Turijn en Milaan.

Birtwistle werd meermaals gehonoreerd met onder meer een Grawemeyer Award in 1968 en een Siemens Prijs in 1995. Hij werd geridderd in de ‘Ordre des Arts et des Lettres’ in 1986, kreeg het Brits ridderschap in 1988 en werd een ‘Companion of Honour’ in 2001. Hij was ‘Henry Purcell’ docent in de muziek aan het King's College, University of Londen (1995-2001) en directeur van de compositie-afdeling aan de Royal Academy of Music in Londen. Opnames van Birtwistle's muziek zijn terug te vinden op labels zoals Decca, Philips, Deutsche Grammophon, Teldec, Black Box, NMC, CPO en Soundcircus.

June 2011 - Reprinted by kind permission of Boosey & Hawkes - vertaling februari 2012
Bekijk een
video over Harrison Birtwistle op de website van Boosey & Hawkes
Stacks Image 15
In een interview dat verscheen op www.paristransatlantic.com verteld Birtwistle over zijn oeuvre. Hij zet zich af tegen het label Engelse of Britse muziek, die hij als melancholisch bestempelt, en wil zijn eigen werk zo niet categoriseren. Hij vraagt zich af wat men eigenlijk met die term bedoelt, en argumenteert dat ook tussen de traditionele ‘Britse’ componisten vele verschillen bestaan. Voor hem persoonlijk gaat zijn interesse uit naar wat er in Europa gebeurde. Birtwistle ziet zijn belangrijkste invloeden eerder vanuit het Europese vasteland komen. Dat mensen zijn muziek toch als Engels omschrijven, beantwoordt hij als volgt: ‘Maybe it's not me writing English music, but that English music is becoming more like me’.

Een keerpunt in zijn eigen muziekbeleving was de eerste maal dat hij met Messiaen in contact kwam via de Turangalila-symfonie. Daarnaast noemt hij Webern, Berg en Schoenberg met de seriële traditie, alsook Gruppen van Stockhausen. Wanneer hij een inkijk in zijn eigen schrijfwijze geeft, heeft hij het over ideeën die hij verzamelt wanneer hij aan een compositie werkt. Elk idee prikt hij op een verzamelbord, om achteraf te proberen deze ideeën een plaats in het geheel te geven. Hier past de vergelijking die hij geeft tussen het componeren en de Engelse traditie van ‘dry stone walling’ (waarbij men muren bouwt zonder cement te gebruiken). Birtwistle geeft het voorbeeld van een oude man die nooit een steen uitprobeerde, maar voor elke steen wel ergens een plekje kon vinden. Wij zouden echter elke steen afwegen, en voor de meeste geen plekje vinden. Is het dit ideaal dat hij als componist zoekt? Het verklaart meteen ook zijn attitude ten opzichte van het componeren: ‘‘...it's like when you do wallpapering, you know, you remember where all the little bits are that don't meet, you think: "Oh my God that's horrible.." And then your friends come and say: "Who did this wallpapering? It's terrific!"

Onvermijdelijk sneuvelen er heel wat ideeën tijdens het schrijfproces. Het recycleren van die ideeën beschouwt Birtwistle als overbodig. Een nieuw werk ontstaat wel vaak vanuit een idee dat losweg overblijft van de voorgaande compositie. Het resultaat van zijn composities noemt hij verrassend in de mate waarin een werk communiceert. Birtwistle geeft aan dat hij met processen en systemen componeert, maar dat deze hem vrijheid geven. Wanneer zijn muziek aan set-theorie gelinkt wordt, vertelt hij dat hij hiermee via Milton Babbitt in aanraking kwam, maar dat het voor hem niet werkte. Hij kon ermee overweg, maar zocht net het irrationele in muziek dat hij met set-theorie onmogelijk kon bereiken. Zo ontwikkelde hij een compositiemethode die als vertrekpunt eerder een improvisatorisch karakter heeft.

Birtwistle schrijft steeds wat hij wil schrijven. Zelfs wanneer hij een opdracht aanvaardt, gaat het vaak over een idee dat al langer door z’n hoofd spookte. Panic componeerde hij voor saxofonist John Harle. Het werk kreeg zijn première op de BBC Night of the Proms, maar volgens Birtwistle was dat geen uitgekiend plan: ‘He asked me to write a piece, and I said, one day, and this seemed to be right, and I saw a way of doing it.’ Naast de saxofoonsolo bevat de score ook een solopartij voor drumkit. Birtwistle vond hiervoor inspiratie in de jazz- en popmuziek. Hij wil de energie van deze muziek bewaren door niet met een omlijnde notatie te werken en het cliché van het instrument te vermijden. Op de vraag of hij eigentijdse muziek wil schrijven, is hij overduidelijk: ‘I can't control that. I can't sit down in my room and say: "I'm going to do something of my time.." Nobody can ever do that. You either are or you're not.”

lees het hele interview op
paristransatlantic
Birwistle werd ook geïnterviewd op BBC 3 door John Tusa. Dit interview kan je
hier nalezen.

De compositie Panic veroorzaakte heel wat commotie. Componist
David Bruce probeert in een analyse het werk in een juist perspectief te plaatsen. Je kan de analyse hier terugvinden.